(Vertaling van: / Μετάφραση απο: Ελληνικοί Υγροτοποί)
De rivier Nestos, die in de oudheid als een god werd vereerd, ontspringt in het Rila-gebergte in Bulgarije en is een van de grootste rivieren van Griekenland. Op zijn loop worden bijna alle soorten vegetatie van Europa aangetroffen. De rivier begint zijn loop in het alpine gebied van Rila en Pirin in Bulgarije, doorsnijdt bossen met naaldbomen, zoals de Macedonische- of Balkanden, de Grove Den, Bergden en de Fijnspar, om vervolgens zijn weg te vervolgen langs beuken- en eikenbossen, over hoogvlakten en slingerend door diepe kloven, door de mediterrane zone van de groenblijvende loofbomen om uit te komen in een uitgestrekt deltasysteem.De Nestos wordt in Griekenland door verschillende zijriviertjes gevoed, zowel door periodiek als permanent stromende riviertjes. De belangrijkste zijn de Despanis en een aantal kleine riviertjes als Achladomilias, Mousla, Xirias, Chiromira, Kamberochlou, Koftero, Geogiadi, Achali, Diavomera, Mavromati, Arkoudorema, Drosorema, Melissorema, Achiou Georgiou, Karidotopo en nog een aantal kleinere.
In zijn hele loop vormt de rivier met de bosrijke stroomgebieden van de zijrivieren unieke landschappen, die in vier typen kunnen worden onderverdeeld.Tot 1930, voor het begin van omvangrijke anti-overstromings-, drainage- en irrigatiewerkzaamheden verplaatste de rivierbedding zich geregeld over de delta, die door sedimentatie in omvang toenam en de bodem bij de overstromingen verrijkte met slib.
In de delta bevonden zich diverse sub-wetlands, waaronder oeverbossen, rietlanden, moerassen met biezen, siltgronden, lagunes en duinen langs het strand. Het belangrijkste deel werd ingenomen door een omvangrijk oeverbos, bekend onder de Turkse naam Kotza Orman (‘groot bos’), met soorten als de witte abeel (zilverpopulier), wilg, els, eik, iep, es en 12 soorten klimplanten, waaronder clematis, hop, winde, klimop, en kamperfoelie.
Veel bomen bereikten een hoogte van meer dan 40 meter en een diameter van meer dan 2 meter, wat wijst op een zeer vruchtbare bodem. Talrijk was ook de fauna met wilde zwijnen, reeën, hazen, jakhalzen, vossen en ook fazanten, die met duizenden in het gebied leefden.
Het enorme bos, wat zich uitstrekte over een oppervlakte van meer dan 70.000 vierkante meter, was praktisch ondoordringbaar en behield de kenmerken van een oerwoud. De hoge productiviteit had het te danken aan het tijdens overstromingen afgezette riviersediment in combinatie met de snelle afbraak van boomblad, wat het hergebruik van voedingstoffen versnelde, terwijl de grond van zichzelf schraal was.
In dat opzicht vertonen deze zgn. ooibossen veel overeenkomsten met de regenwouden. Beiden leven op zeer arme gronden en vertonen een grote biodiversiteit, maar zijn ook bijzonder kwetsbaar bij menselijke ingrepen. Op termijn is het landschap in staat terug te keren naar de oorspronkelijke situatie, maar pas na lange tijd. De bodem is volstrekt ongeschikt voor langdurig gebruik als landbouwgrond, het zal zeer snel leiden tot uitputting.
Na 1930 begonnen de werkzaamheden met als doel de rivier te beteugelen. Het rivierbed werd geëgaliseerd, er weden dijken aangelegd om overstromingen tegen te gaan en het bos maakte plaats voor landbouwgrond. Met het kappen van het grootste deel van het bos werd de vernietiging in de 50er jaren voltooid. Zo ging een paradijs verloren, het grootste oeverbos van de zuidelijke Balkan en een van de meest onaangetaste van Europa.
Het ergste is nog, dat loze beloften aan de boeren de grondslag waren voor deze vernietiging. Daar kwamen zij al snel achter: na enkele jaren met indrukwekkende opbrengsten bleken hun akkers uitgeput en waren grote hoeveelheden (irrigatie)water en kunstmest nodig.
Ondanks dit alles heeft de Nestosdelta heden ten dagen nog een belangrijke ecologische waarde. Het overgebleven bos, de zoetwatermeertjes, de lagunes, alwaar zich enkele van de meest productieve natuurlijke viskwekerijen van Griekenland bevinden, de uitgestrekte gebieden met halofile vegetatie (gewassen die hoge zoutconcentraties verdragen), riet, kwelders, enz., creëren een mozaïek van ecosystemen met een grote biodiversiteit.
Van economische waarde voor de lokale bevolking en voor de avifauna van het gebied is een experiment met gecontroleerde rijstteelt, wat in samenwerking met de Εταιρείας Προστασίας της Φύσης και Οικοανάπτυξης (natuurbeschemingsorganisatie) en de EKBY (Ελληνικό Κέντρο Βιοτόπων-Υγροτόπων, Greek Biotope/Wetland Centre) plaatsvindt.
In het gebied van de delta en de rivier zijn 41 verschillende soorten vis waargenomen, 21 soorten reptielen, 11 soorten amfibieën en 14 verschillende soorten zoogdieren. Verder vormt de delta een optimale habitat voor trekvogels waar zij nestelen, overwinteren en genoeg voedsel vinden. Zo wordt de delta gebruikt als tussenstation voor meer dan 180 soorten, een indrukwekkend aantal wat zeker te maken heeft met de grote verscheidenheid aan habitats. Het totaal aantal waargenomen vogels dat hier nestelt, overwintert of alleen het gebied kort aandoet, bedraagt 261 stuks. Velen zijn zeldzaam, of worden met uitsterven bedreigd. Van alle Europese wetlands nestelt alleen hier de zeldzame sporenkievit. Verder komen hier onder meer voor: de Griel, de Stern, de Tureluur, de Flamingo, de Scholekster, de Vorkstaartplevier, de Ooievaar, de Kluut en de Steltkluut.
De erkenning van het internationale belang van de delta hebben het problemen echter niet opgelost. De ΔΕΗ (Griekse staats-electriciteitsmaatschappij) is eind 90er jaren begonnen met de bouw van een drietal stuwdammen in de Nestos als onderdeel van de bouw van een aantal hydro-elektrische centrales.
De beteugeling van de rivier zorgt er ook voor, dat deze geen slib meer vervoert, waardoor de kustlijn van de delta zich steeds verder terugtrekt en verzilting in het mondingsgebied optreedt. Een deel van de bodem is al zodanig aangetast, dat land- en bosbouw (populier) er niet meer mogelijk is.
Kortom, de delta verdroogt en er moeten spoedig maatregelen worden genomen om de overstromingen weer te doen plaatsvinden, zij het op gecontroleerde wijze, en om de noodzakelijke minimale watertoevoer van de rivier in stand te houden. Misschien is de enige gunstige ontwikkeling welke is waargenomen in de gebieden die het door de Dasiki Ypiresia (dienst bosbeheer) zijn afgesloten, met een verbod op elk gebruik: daar begint het oeverbos terug te komen. Zo is het wilde zwijn, na een afwezigheid van vele jaren, teruggekeerd in de delta, terwijl de populatie van de fazant aanzienlijk is toegenomen.
*) Na stopzetten EU subsidie in 2013 is het museum gesloten.